WOENSDAG - De neus en de slangen

Smoks Hanne wilde vannacht gaan slapen, echt waar. Ze had zich bedacht dat dit misschien wel de beste oplossing zou zijn. Gewoon naar dromenland waar ze geen rotzooi uit zou kunnen halen. Maar toen ze eenmaal in haar bedstede lag vond ze het een beetje te donker. Ze klom uit bed en keek in het rond. Nergens zag ze vuurvliegjes vliegen of een kaars staan. Haar huisje heeft geen elektriciteit dus naar een lamp hoefde ze niet te zoeken. Het was zo intens donker dat Smoks Hanne in paniek raakte. Ze hoorde overal geluiden en dacht dat er een monster onder haar bed zat. Dat had ze al eens eerder gehad, een groot groen monster onder haar bedstede, en dat was helemaal niet leuk.

Smoks Hanne rende haar slaapkamertje uit, door de keuken naar buiten. Ze was buiten zinnen van angst. Het enige wat ze wilde was licht. De spreuken kwamen uit haar mond er vormden een grote bel over het huis van Smoks Hanne. Licht wilde ze, LICHT!!! Smoks had haar ogen gesloten en krijste en riep, ze rende in het rond en sprong op de grond, tot ze iets hoorde slissen. Ze bleef als verstijfd zo stil staan. Dan kon niets anders zijn dan…nee toch.. Smoks deed eerst één oog langzaam open en toen zag ze het al...

In het pikkedonker van de nacht zag Smoks Hanne wel veertig paar ogen glinsteren. Ze hoorde het slissen van……….SLANGEN! HELP!!!!!! Smoks Hanne pakte haar bezem en vloog er als de wiede weer vandoor. Ze gilde, krijste en riep het uit van angst. Nooit meer zou ze terug gaan naar dat huis, niet zolang daar slangen waren. Dus vloog Smoks naar het dorp van Zelhem, daar kon ze vast wel even ergens slapen in een portiek van één van de winkels. Zo gezegd, zo gedaan. Smoks daalde neer en vond een mooi plaatsje om haar nachtrust te pakken. Net toen we wilde gaan liggen keek Smoks nog even in de winkelruit. En toen brak de hel los, ze schreeuwde het uit. Smoks draaide helemaal door en wist niet meer wat haar voor of achter kant was. Tot ze eindelijk weer een beetje rustig werd. Toen begon Smoks Hanne zachtjes te huilen…..ze snikte. En pakte haar neus vast, want haar neus was niet meer haar neus, nee het was veranderd in de neus van een varken! Al snikkend viel Smoks toch in een diepe slaap en droomde over de kinderen van de kindervakantieweek. Hoe lief deze kinderen wel niet waren geweest en wat ze allemaal voor al niet voor haar gedaan hadden.


Smoks schrok wakker toen het eerste licht weer aan de hemel kwam. Ze dacht even dat het allemaal een boze nachtmerrie was geweest en ze stond op. Maar toen ze haar eigen gedaante weer in de winkelruit zag wist ze dat het echt was. Smoks dook diep weg in haar hoofddoek. Ze moest iets hebben om die verschrikkelijke neus uit het zicht te houden. Er waaide een zak over de uitgestoven straat heen en daar rende ze achteraan. Ze pakte de zak en deed hem over haar hoofd….. nu moest ze toch de kinderen weer om hulp gaan vragen.

De kinderen waren dapper genoeg om Smoks te helpen. Na eerst Smoks Hanne wat te hebben uitgelachen om haar neus, gingen ze nu weer aan de slag. Dit zou een loodzware dag worden. De kinderen moesten tegengif verzamelen, maat het laatste tegen gif was helemaal bij de lange berg, de oude vuilnisbelt van Zelhem. De tocht was loeizwaar maar gelukkig was iedereen sterk en is het tegengif meegenomen.
Na de bonte avond, waar heel veel kindsterretjes waren, kwam Smoks weer aan. Ze vroeg zich af of iedereen wel goed zijn/ haar best had gedaan. En toen was het tijd om te gaan toveren. Maar Smoks had nog een idee. Iedereen moest om de neuzenman vragen, dit zou de beste tovenaar van heel het universum zijn. Dus dat deden we.

De neuzen man was helemaal van vuiniszak en het enige wat je van hem kon zien was zijn hele lange neus!!!
De neuzenman toverde Smoks Hanne haar eigen neus weer terug en Smoks was dolblij. Iedereen zong nog even voor haar het liedje; ‘Smoks Hanne wat bun i’j mooi’. Dat maakte Smoks heel erg gelukkig. Maar toen kwam Lizzy met het verhaal over de slangen.
Die was Smoks even vergeten. De paniek sloeg helemaal toe, toen Lizzy erbij vertelde dat de slangen naar het pelikaansebos zijn uit gebroken. Ze kronkelden lang alle takken van de bomen en waren nergens bang voor.


Toen hebben de kinderen beloofd om Smoks dan nog maar eens te helpen, en tijdens de gevaarlijke nachttocht kwamen ze verschillende figuren tegen. Zo begon de toch met de doodgraver, de ‘lange van de langeberg’. Ook kwamen ze bulderende Bertus, pater Betteld, Simonde de slissende slangenvanger en heel veel witte wieven tegen. Als ze witte wieven zagen dan moesten alle kinderen en vrijwilligers roepen; ‘Stomme stieve, witte wieven’. Dan beleven de heksen heel stil staan en konden ze er zo langs lopen. Ook stond Smoks Hanne in het bos, op de open plek. Daar moesten de kinderen uit de doodskist met het salet de verstijfde slangen pakken. Heel zachtjes moesten ze dan doorlopen, geen enkel geluidje mocht er ontsnappen omdat verderop plaggen Hendrik lag te slapen.  En dit is geen leuke boer als je hem wakker maakt.

Gelukkig had iedereen het heel goed gedaan en zijn alle problemen van Smoks Hanne weer opgelost! Iedereen kan lekker gaan slapen zonder dat er enge griezels in de buurt zijn, want daar zit de sporthal dicht voor. 

Dit was uw kindervakantieweek reporter vanuit het beestachtige Zelhem. Welterusten!
Angelie Wassink

SmoksTV

Programma: